Paul van Ostayen, Gebruiksaanwijzing der lyriek, bezorgd door Matthijs de Ridder

Er zijn weinig poëticale teksten die bijna een eeuw na hun eerste verschijnen nog zoveel waarde blijken te hebben als Paul van Ostaijens Gebruiksaanwijzing der lyriek. Vraag een dichter vandaag de dag naar zijn opvattingen over poëzie en je zult er veel elementen in aantreffen die ook al voorkomen in de lezing die Van Ostaijen eind 1925 en begin 1926 in Brussel en Antwerpen hield en die hij in april 1927 publiceerde in Vlaamse Arbeid: "Het onderwerp van het gedicht is het gedicht zelve" (…).'

De toon is gezet voor een adequate en toegankelijke analyse van een van de belangrijkste teksten van grote Antwerpse dichter. Matthijs de Ridder (1979) is schrijver en literatuurcriticus. In 2009 promoveerde hij op het proefschriftStaatsgevaarlik! De activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren. Hij publiceerde onder andere de Verzamelde Verzen 1914-1965 van Gaston Burssens, Aan Borms. Willem Elsschot, een politiek schrijver en Ouverture 1912. Literatuur en Vlaamse Beweging aan de vooravond van de Grote Oorlog. Hij werkte mee aan Paul van Ostaijens De bankroet jazz, de opstellenbundel De trust der vaderlandsliefde. Over literatuur en de Vlaamse Beweging 1890-1940 en is mede-oprichter en redacteur van De Reactor, platform voor literaire kritiek en nY, tijdschrift voor literatuur, kritiek en amusement. Herfst 2012 verschijnt Rebelse ritmes, een boek over jazz en literatuur.

Terug naar boven