Erik Vlaminck, Het schismatieke schrijven

Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2005.

De jonge Erik wil schrijver worden. Omdat hij denkt er inspiratie te zullen vinden, gaat hij in een psychiatrische inrichting werken. Een van de patiënten is zijn vroegere buurjongen Stanny. Hun confrontatie zal beider leven ingrijpend beïnvloeden.

Dit zesde deel van Erik Vlamincks roman fleuve, dat net als de vijf vorige delen heel goed zelfstandig gelezen kan worden, speelt zich af in de tweede helft van jaren '70. Met burleske humor en dramatische spanning tekent Vlaminck een snel veranderende wereld waarin zijn hoofdpersonen, ieder op hun eigen manier, orde in de chaos proberen te scheppen.

'Een gebroken neus, twee blauwe ogen... die jongen is daar kolossaal mishandeld. En gij wist het. En daar komt bij, schone mijnheer, dat ge daar in dat zothuis bent gaan werken om gedachten op te doen om boeken te kunnen schrijven. Om dat spel daar af te zien. En om dan beroemd te worden gelijk Louis Paul Boon, vuile Lowieke. En ondertussen hebt ge daar, terwijl ge er nog geld mee verdiende ook, een van uw vrienden mee de dieperik in geholpen. Ik kijk er kolossaal naar uit, naar het boek dat gij daarover gaat schrijven.'

Terug naar boven